Beauty Tips, Zechsal
Test je eigen magnesiumgehalte
Test je eigen magnesiumgehalte
Zelfdiagnose is eenvoudig en effectief
In een wereld die steeds meer door gegevens wordt bepaald, bepalen cijfers, maten en getallen onze perceptie van de werkelijkheid en onszelf. Dit is vooral waar als het om onze gezondheid gaat. Het idee dat “kennis macht is” geldt ook voor het vaststellen van magnesiumtekorten in ons lichaam. Het zijn niet de symptomen, maar het millimoolgehalte (mmol) in het bloedserum dat bepaalt of we wel of niet moeten suppleren. Maar is dit echt accuraat?
De meningen over het nut van preventieve medische onderzoeken lopen uiteen. Het onderzoeken van personen die geen symptomen of een verhoogd risico op ziekte hebben, kan wat vreemd overkomen: we zoeken naar iets zonder aanwijzingen dat het bestaat. Critici beweren vaak dat screeningstests meestal niets significants aan het licht brengen. Iemand kan een aanzienlijk bedrag uitgeven alleen maar om te bevestigen wat hij al wist: hij is gezond. Verder stellen critici dat screening slechts een momentopname is. Bovendien leiden ontdekte afwijkingen, zoals een afwijkende bloedwaarde, vaak tot verdere medicalisering in de vorm van aanvullende tests en medicatie, ook al hebben veel mensen dit soort afwijkingen zonder ziek te zijn.
Aan de andere kant van de medaille kan een positief screeningsresultaat een golf van opluchting en vreugde teweegbrengen; vier het goede rapport door te genieten van een speciale maaltijd of door een feestelijke sigaar op te steken. Maar zelfs als het resultaat niet zo positief is, zoals de ontdekking van een ontluikende tumor in een vitaal orgaan, zou u de screening toch op prijs stellen omdat het probleem vroegtijdig wordt ontdekt. Als dit later was ontdekt, zou de behandeling invasiever en riskanter zijn geweest. In die zin is screening als een loterij waarbij je altijd wint, op de een of andere manier.
Stel je voor dat je vaak last hebt van krampen, moeite hebt met slapen, je moeilijk kunt concentreren en overmatig knippert. Deze symptomen zouden voldoende zijn om een bezoek aan de dokter te rechtvaardigen. Hier zal de arts waarschijnlijk een bloedtest voorstellen, aangezien metingen en getallen steeds belangrijker worden in de diagnostiek. Een gewetensvolle arts zou je symptomen herkennen als mogelijke tekenen van een magnesiumtekort en zou vragen om dit te meten. Je laat een bloedtest doen en een paar dagen later verzekert de dokter je dat je magnesiumwaarden binnen het voorgeschreven bereik liggen.
Maar de vraag rijst: Is deze conclusie juist? De standaardpraktijk in Nederland is het meten van magnesium in het bloedserum, dat ongeveer 1% bevat van de 24 tot 28 gram magnesium die we in ons lichaam hebben. De rest zit in onze tanden, botten, spierweefsel en intercellulaire vloeistof. Het bloed, dat een expert is in het handhaven van stabiele niveaus, onttrekt magnesium uit de rest van het lichaam als het een tekort heeft. Met andere woorden, de uitkomst van een bloedserummeting is geen garantie dat je geen magnesiumtekort hebt. Het lijkt erop dat de beste aanpak eigenlijk zelfdiagnose is.
Er zijn tegenwoordig verschillende tests beschikbaar, hoewel ze misschien niet door de verzekering worden vergoed, die je magnesiumstatus betrouwbaarder kunnen meten. De zogenaamde RBC-test (rode bloedcellen) geeft bijvoorbeeld een beter beeld. Deze test, die ongeveer € 60 kost, meet het magnesiumgehalte in cellen, niet in het serum. De geïoniseerde magnesiumtest, die blijkbaar nog betrouwbaarder is, is helaas alleen verkrijgbaar in Amerika, waar hij is ontwikkeld. Er is ook de Exa-test die magnesium meet via het wangslijmvlies, maar die kost een paar honderd euro, hoewel hij behoorlijk betrouwbaar is. Bovendien beweren veel therapeuten die met biofotonische of bioresonantieapparaten werken dat ze een magnesiumtekort kunnen detecteren. Deze methode is eenvoudig en redelijk toegankelijk, hoewel wetenschappelijk discutabel.
Net als water en zuurstof heeft ons lichaam voortdurend magnesium nodig, maar het kan slechts korte tijd opslaan wat het niet direct nodig heeft: het magnesium dat je lichaam binnenkrijgt, wordt binnen 24 tot 36 uur verbruikt en overtollig magnesium wordt uitgescheiden via urine, zweet of ontlasting. Bovendien varieert de hoeveelheid magnesium die je lichaam nodig heeft van dag tot dag door factoren als lichaamsbeweging, stress, medicatie, dieet en genetische aanleg. Dit levert een extra probleem op bij het meten van magnesiumniveaus in het lichaam; het is een momentopname. Zelfs de meest betrouwbare tests ontkomen niet aan dit feit. Daarom is het raadzaam om niet alleen te vertrouwen op een enkele test voor magnesiumspiegels, maar ook ander ‘indirect bewijs’ te onderzoeken, zoals hormonale waarden zoals melatonine, cortisol, testosteron en insuline.
Uiteindelijk lijkt de beste aanpak eenvoudige zelfdiagnose. Probeer gedurende drie weken een bepaalde hoeveelheid magnesium toe te dienen. Als je na drie weken naar je lichaam luistert, zou je een goed idee moeten hebben of je baat hebt bij extra magnesium.