Wetenschappelijk bewijs voor de cognitieve vaardigheden, emotionele reacties, zintuiglijke waarneming en meer van planten.

Recente wetenschappelijke bevindingen bevestigen dat planten intelligentie en bewustzijn bezitten. Ze kunnen voelen en zelfs communiceren met hun buren. Planten zijn ook in staat zich te verdedigen als ze worden aangevallen, en ze kunnen zelfs een geheugen hebben. Het idee dat planten intelligentie bezitten is in de loop van de geschiedenis door vele opmerkelijke personen onderzocht, waaronder Goethe, Luther Burbank, George Washington Carver, Masanobu Fukuoka, Jagadis Bose en Nobelprijswinnares Barbara McClintock. In feite zijn planten zeer bewuste en intelligente wezens, en ze hebben een brein, zij het niet op de manier waarop wij daar traditioneel aan denken.

Uit recent onderzoek blijkt dat de hersencapaciteit van planten groter is dan voorheen werd aangenomen, en dat hun neurale systemen sterk ontwikkeld zijn, soms even sterk als die van de mens. Bovendien produceren en gebruiken planten soortgelijke neurotransmitters als mensen. Het blijkt dat planten zeer intelligente, voelende wezens zijn, die in sommige opzichten zelfs intelligenter zijn dan mensen. Sommige planten kunnen bijvoorbeeld complexe wiskundige berekeningen uitvoeren en hun groei plannen op basis van weerpatronen tot twee jaar van tevoren, naast andere opmerkelijke vaardigheden.

Er is een groeiende hoeveelheid onderzoek op verschillende gebieden die intelligentie erkent als een intrinsiek aspect van alle zelfgeorganiseerde systemen. Dit inzicht daagt het begrip “hersenchauvinisme” uit en erkent dat geavanceerde neurale netwerken kenmerkend zijn voor het leven. Cyberneticus Kevin Warwick wijst erop dat vergelijkingen van intelligentie vaak bevooroordeeld en subjectief zijn, omdat ze gebaseerd zijn op kenmerken die mensen belangrijk vinden. Rationalisten die het concept van plantaardige intelligentie en bewustzijn lang hebben verworpen, worden zelf beperkt door hun subjectieve vooroordelen, en hebben de neiging de wereld gebrekkig te vinden als die niet overeenstemt met hun vooropgezette ideeën. Dit geldt vooral voor organismen die geen hersenen lijken te hebben, zoals bacteriën, virussen en planten.

De gangbare opvatting dat planten passieve en onbewuste entiteiten zijn die uitsluitend gericht zijn op fotosynthese, is een achterhaald paradigma. Onderzoekers zoals Baluska et al. benadrukken het feit dat planten dynamische en gevoelige organismen zijn die actief en concurrerend zoeken naar hulpbronnen, informatie verwerken en communiceren met hun omgeving, met inbegrip van andere levende systemen. Dit nieuwe inzicht erkent planten als bewuste en intelligente wezens met complexe communicatiesystemen, waaronder gevoelens en pijnperceptie, op een veel langere tijdschaal dan die van dieren.

Het nieuwste perspectief is dat planten zeer dynamische en gevoelige organismen zijn die actief en concurrerend zoeken naar beperkte hulpbronnen boven en onder de grond. Zij berekenen nauwkeurig hun omstandigheden en maken gebruik van geavanceerde kosten-batenanalyses, waarbij zij welomschreven acties ondernemen om diffuse milieuomstandigheden te verzachten en te beheersen. Planten hebben een verfijnde herkenning van zelf en niet-zelf, wat leidt tot territoriaal gedrag. Deze visie beschouwt planten als bewuste, informatieverwerkende organismen met complexe communicatie, waaronder gevoelens en pijnperceptie. Planten gedragen zich intelligent en geraffineerd, zoals dieren, maar hun potentieel is vaak verborgen omdat het op veel langere tijdschalen werkt. Door hun levenswijze hebben planten een robuust communicatie-, signalerings- en informatieverwerkingssysteem ontwikkeld, en staan zij in wisselwerking met allerlei andere levende systemen.

Planten voelen en controleren hun interne en externe wereld op informatieve of functionele verschuivingen, en kiezen uit talrijke alternatieven de optimale reactie, waarbij andere potentiële reacties worden verworpen. Volgens Trewavas zijn deze bewuste reacties van planten zeer intelligent en vereisen zij complexe berekeningen om de optimale fitnessrespons te vormen in het licht van een bijna oneindig aantal verschillende omgevingen waarmee wihldplanten te maken krijgen.

Planten zoals zonnedauw zijn ongelooflijk gevoelig voor aanraking, in staat om een enkel haartje van minder dan een microgram te detecteren en daarop te reageren. Maar wat echt opmerkelijk is, is hun vermogen om te onderscheiden wat hen raakt en hun omgeving te begrijpen. Hoewel ze als passieve wezens worden beschouwd, hebben planten een sterk ontwikkelde vorm van mechanische gevoeligheid die veel lijkt op onze tastzin. Ze analyseren hun omgeving, bepalen de betekenis ervan, en stellen een antwoord op, vaak met snelle veranderingen in genetica en fysieke vorm. Dit alles getuigt van hun gevoel en onderlinge communicatie, en van hun vermogen tot pijn en toekomstplanning. Hoewel planten er niet uitzien als onze hersenen, bezitten zij een zeer geavanceerd neuraal systeem dat kan worden beschouwd als een vorm van hersenen, waardoor het idee van ”hersenchauvinisme” in twijfel wordt getrokken.

Het plantenbrein

Het is een veel voorkomende misvatting dat planten, zoals bomen, een hoofd en voeten hebben, waarbij het hoofd het bladerdak van de boom is en de voeten het wortelstelsel. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat deze oriëntatie onjuist is.

In bewuste en complexe organismen, zoals mensen en de meeste dieren, is het hoofd, of de voorste pool, verantwoordelijk voor het verwerken van informatie, terwijl de achterste pool zich bezighoudt met seksuele voortplanting en wase uitscheiding. Vanuit dit perspectief leven planten dus met hun hoofd in de grond en hun achterste in de lucht.

Wanneer een stek wordt getransplanteerd naar een nieuwe locatie, past zijn hoogontwikkelde neurale systeem, dat de omgeving analyseert en waarneemt, zich aan en verandert de vorm en structuur van zijn neurale netwerk en fysieke vorm. Zo past hij beter in zijn nieuwe omgeving. In wezen bezitten planten een bewust wortelbrein dat net zo functioneert als het onze, dat binnenkomende gegevens verwerkt en geavanceerde reacties genereert. Bovendien kan het plantenbrein zich goed aanpassen aan de omgeving waarin het groeit.

De wortelpunt, een uniek onderdeel van plantenwortels, fungeert als een combinatie van een gevoelige vinger, een zintuig en een hersenneuron. Elke wortelhaar, wortelpunt en worteldoorsnede heeft een apex, en één enkele roggeplant bevat bijvoorbeeld meer dan 13 miljoen wortelpunten, met een gezamenlijke lengte van 680 mijl, en meer dan 14 miljard wortelharen over een lengte van 6.600 mijl. Elke wortelpunt dient als neuronaal orgaan binnen het wortelstelsel, waarbij planten een aanzienlijk aantal neuronen bezitten, die in sommige gevallen zelfs het menselijk brein evenaren. Het menselijk brein heeft daarentegen ongeveer 86 miljard neuronen, met slechts ongeveer 16 miljard in de hersenschors. Wanneer men het onderling verbonden netwerk van plantenwortels en mycorrhiza’s in een bepaald ecosysteem bekijkt, wordt het duidelijk dat het neurale netwerk van planten veel groter is dan de individuele menselijke hersenen. Gezien deze informatie is het verwonderlijk dat sommigen zich nog steeds afvragen of planten een bewustzijn of intelligentie bezitten.

Planten hebben geen specifiek orgaan, zoals de hersenen, om hun neuronale systeem in onder te brengen. In plaats daarvan gebruiken zij de bodem als laag voor hun neurale netwerk, dat bestaat uit talrijke gesynchroniseerde wortelpunten die als een geheel zelfgeorganiseerd systeem functioneren, zoals neuronen in onze hersenen. Terwijl onze hersenmaterie de grond is die de neurale netten bevat, waardoor hun wortelstelsel zich naar buiten kan blijven uitbreiden zolang de plant groeit. Het bladerdak fungeert ook als gesynchroniseerd, zelfgeorganiseerd perceptueel orgaan, dat in hoge mate is afgestemd op elektromagnetische velden, en kan worden beschouwd als een subcorticaal deel van het plantenbrein.

Planten gebruiken vrijwel dezelfde neurotransmitters als mensen, waaronder glutamaat en GABA, acetylcholine, dopamine, serotonine, melatonine, epinefrine, noradrenaline, levodopa, indool-3-azijnzuur, 5-hydroxyindoolazijnzuur, testosteron en estradiol. Ze gebruiken ook hun plantenspecifieke neurotransmitter, auxine, die wordt gesynthetiseerd uit tryptofaan, net als serotonine. Deze neuroactieve verbindingen worden gebruikt voor de communicatie binnen het plantenorganisme en om de hersenfunctie te verbeteren, net als bij de mens.

Het bestaan van dezelfde chemische boodschappers in menselijke en plantaardige neurale systemen suggereert dat de effecten van bepaalde stoffen, zoals porfine, cocaïne en alcohol, op onze neurale netwerken ook het bewustzijn van planten kunnen beïnvloeden. Begin 1900 voerde Jagadis Bose experimenten uit waarbij hij planten behandelde met verschillende chemicaliën om hun reacties te observeren. Zo bedekte hij volwassen bomen met een tent en diende chloroform toe, wat de planten verdoofde en hun pijnwaarneming verminderde. Evenzo verminderde morfine de pijnperceptie en de pols van de plant, terwijl een te hoge dosis tot de dood leidde, maar toediening van atropine deed de plant weer opleven, net als bij mensen. Bose ontdekte ook dat planten dronken konden worden van alcohol, door aanvankelijk een staat van hoge opwinding te veroorzaken, gevolgd door depressie en uiteindelijk bewusteloosheid bij overmatige inname, vergelijkbaar met de effecten op mensen. Het zenuwstelsel en het bewustzijn van de plant lijken dus op dezelfde manier op chemische stoffen te reageren als mensen.

Het hoeft dus niet te verbazen dat dezelfde neurochemische stoffen die bij mensen worden aangetroffen, al miljoenen jaren door alle levensvormen op aarde worden gebruikt. Planten gebruiken deze chemicaliën om pijn te voelen, waar te nemen en te voelen, lang voordat de mens bestond. De vaatdraden die planten hun structuur geven, fungeren ook als het perifere zenuwstelsel, dat neurotransmitters naar de periferie vervoert, vergelijkbaar met hoe het in ons lichaam werkt. Het wortelstelsel houdt zich bezig met een gedetailleerde analyse van de omgeving en communiceert met de rest van de plant via neurotransmitters, terwijl het bladerdak informatie uit de buitenwereld opneemt voor analyse door het wortelbreinstelsel. De neuronale plantencellen in de wortel apex bevinden zich in de overgangszone en zijn vrij om zich te richten op het verwerven, verwerken en opslaan van informatie, wat geheugen betekent. Intelligente planten kunnen stressvolle omgevingservaringen onthouden en die informatie gebruiken om beslissingen te nemen over toekomstige activiteiten. Dit toont de verfijnde intelligentie van de plant.

De sociale communicatie van planten

Plantenwortels vertonen een opmerkelijk niveau van bewustzijn en zelfbewustzijn, en gaan actief complexe interacties aan met een verscheidenheid aan levende organismen. Zij vormen symbiotische relaties met bacteriën en schimmels en zijn in staat tot geavanceerde communicatie met andere planten.

Bacteriën koloniseren de wortels en produceren stikstofknolletjes, die de plant dan kan gebruiken als stikstofbron, terwijl de bacteriën voedingsstoffen binnenkrijgen die ze nodig hebben om te overleven. Wortels vormen ook intieme associaties met schimmel mycelia, wat resulteert in een geraffineerd wortel/schimmel netwerk dat zich kilometers kan uitstrekken. Dit mycelium/plantwortelsysteem verbindt alle planten in een bepaald ecosysteem en leidt tot een zelfgeorganiseerd neuraal netwerk waar de communicatie tussen planten zowel overvloedig als robuust is. Elk ecosysteem heeft een unieke identiteit die het massale plantenbewustzijn weerspiegelt.

Binnen zelfgeorganiseerde ecoranges communiceren planten met elkaar door middel van chemische en auditieve signalen via het myceliale netwerk dat hen verbindt. Als een plant detecteert dat een andere in het netwerk ziek is, kan hij unieke verbindingen genereren die door het netwerk worden gestuurd om te helpen bij de genezing. Deze geneeskrachtige verbindingen worden al duizenden jaren door planten gebruikt om zichzelf, andere planten in de ecorange en de insecten en dieren die er leven te genezen. Dit soort bewuste samenwerking tussen planten leidt tot een meer aanpasbare ecorange, in tegenstelling tot voortdurende concurrentie en strijd tussen organismen. Het idee dat de natuur een constante overlevingsstrijd is, is een misvatting, want levensvormen helpen elkaar ook tijdens hun leven. Het verschil is dat planten bewuste en intelligente wezens zijn.

Ecoranges vergemakkelijken de uitwisseling van informatie door complexe chemische communicatie tussen planten via vluchtige verbindingen die zich door de lucht, de bodem en het myceliumnetwerk verplaatsen. Elke plantentiteit genereert deze intelligente interacties en reageert daarop, door zelfbewustzijn en sociale activiteiten zoals bacteriën. Net als mensen vertonen planten een reeks complexe gedragingen, zoals taal, gevoel, intelligentie, het creëren van steden, samenwerking in groepen, aanpassing aan hun omgeving, bescherming van het nageslacht en het doorgeven van het geheugen van de soort. Bovendien hebben planten het vermogen om intelligent gereedschap te maken door chemicaliën te creëren die specifieke milieu-effecten teweegbrengen.

Volwassen planten geven opzettelijk vluchtige stoffen met informatie over chemische reacties op predatie af aan jongere planten. Wanneer bijvoorbeeld een spintmijt zich voedt met een bonenplant, kan de plant het specifieke type mijt identificeren via zijn speeksel en een op maat gemaakt feromoon genereren dat in de lucht vrijkomt via de huidmondjes van het blad. Dit feromoon trekt precies het roofdier aan dat zich voedt met die specifieke spint. Deze verworven kennis wordt door oudere planten opgeslagen als culturele kennis, die wordt doorgegeven aan jongere generaties. Cultureel leren is overheersend in het hele Gaiaanse systeem, zoals blijkt uit het onderwijs van termietenverzamelingstechnieken aan jonge chimpansees.

De wereld bestaat uit een reeks geneste zelfgeorganiseerde systemen, elk zeer bewust en intelligent, genest binnen grotere systemen, met als hoogtepunt de Aarde, een levende, zelfgeorganiseerde biologische entiteit die bekend staat als Gaia. Stephen Harrod Buhner, auteur van talrijke werken over kruidengeneeskunde, opkomende ziekten, ecosystemen en Gaiaanse dynamiek, spreekt internationaal over deze onderwerpen, waaronder muzikale/geluidspatronen in het functioneren van planten en ecosystemen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *